Watersnoodwoning Heiningen-Moerdijk

Een driedubbele bruiloft die bijna in het water viel

Een driedubbele bruiloft die bijna in het water viel: vader en twee dochters voor het altaar.

Het volgende werd op vrijdag 23 januari 1953 in het brabants Nieuwsblad vermeld:

“Pastoor J. Hamerlinck, de Schipperspastoor, die tevens de herder is van de parochie te Willemstad, zal zaterdag 6 februari in zijn kleine parochiekerk tijdens de H. Mis van 10 uur drie huwelijken inzegenen. De heer Chr. Kannekens te Oudemolen hertrouwt met een Roosendaalse. Zijn twee dochters treden tegelijkertijd in het huwelijk. Het merkwaardige houdt hierbij niet op, want de twee jonge bruidegoms zijn ook nog broers van elkaar.”

De in deze vernoemde huwelijken zijn van Christiaan Gerardus Kannekens met Helena van den Aarsen uit Roosendaal. De twee dochters zijn Bertha, die in het huwelijk trad met Janus Nagtzaam, en Coby die met de broer van Janus namelijk Toon trouwde. Toon en Janus woonden aan de Oude Heijningsedijk. De huwelijken, zoals deze vermeld waren, konden geen doorgang vinden daar er in Willemstad getrouwd zou worden. Helaas was Willemstad onbereikbaar en afgesloten daar deze gemeente onder water stond.

Toon Nagtzaam en Coby verbleven al in Haarlem waar ze na de sluiting van hun huwelijk zouden gaan wonen. Ze zouden voor de plechtigheid terug komen naar hun ouderlijk huis op de Stadsedijk, ook Janus verbleef al in zijn nieuwe woonplaats Gemert, ook hij zou voor de huweljksplechtigheid terug komen naar de Stadsedijk, echter, zijn aanstaande bruid evacueerde naar Roosendaal. Op woensdag heeft men een telefoontje ontvangen dat men in Roosendaal kon trouwen, Ook kreeg men toestemming om terug te keren naar het rampgebied.

Toon en Coby zijn met de trein van Haarlem naar Oudenbosch gereisd waar zij een adres in het Brouwerijstraatje wisten, waar ze konden verblijven. Beide bruiden hadden hun trouwjurken bij hun zuster Jaan Kannekens, getrouwd met Piet van Leest en wonende in Moerdijk, ondergebracht en zouden die op de huwelijksdag daar ophalen. Men kon Jaan met haar gezin niet bereiken daar zij spoorloos was, wat ook weer de nodige paniek opleverde. Navraag leverde niets op, ook hun trouwkleding kon niet opgehaald worden.

Naar later bleek was hun zuster naar Eindhoven geëvacueerd en dat hun kleding niet meer draagbaar was, daar deze in het water was komen te hangen. Daar men toch wilde trouwen moest er toestemming worden verkregen om dit in Roosendaal te doen, zowel voor de wet als voor de kerk. Een en ander werd geregeld, wel diende men er zelf voor te zorgen dat de trouwakten in Willemstad opgehaald werden. Janus Nagtzaam ging hiervoor op de fiets naar Willemstad door het ondergelopen gebied, wat nogal wat complicaties met zich meebracht.

In Willemstad aangekomen werd er geen toestemming gegeven om de akten op te halen in het gemeentehuis. Na veel heen en weer gepraat, werd er toch toestemming gegeven voor het ophalen van de akten van ondertrouw. Daar van de beide jonge dames de kleding niet te gebruiken was, moest hier een oplossing worden gecreëerd. Voor Coby werd een jurk van zus Tony wat ingenomen en weer een ander familielid had een bontje dat daar weer bij gedragen kon worden. Voor Bertha was er een oplossing: zij kon via de gemeente Roosendaal in aanmerking komen voor een bon om kleding aan de schaffen bij C&A. De beide broers hadden meer geluk daar hun trouwpakken bij de firma Bischoff in Roosendaal waren gekocht en deze geen schade hadden geleden, dus deze opgehaald konden worden, zodat de beide broers in vol ornaat konden verschijnen.

Ook de bruidsboeketten waren in Roosendaal besteld en konden worden opgehaald. Dus op vrijdag 13 februari 1953 werd er getrouwd voor de wet in het gemeentehuis te Roosendaal en op zaterdag 14 februari in de parochiekerk van het H. Hart te Roosendaal. Gelijktijdig trouwde er nog een bruidspaar vanuit Zeeland, welke in dezelfde omstandigheden terecht waren gekomen, dus trouwden er drie bruidsparen tegelijk. Om het geheel nog een feestelijk tintje te geven, werd er in een zaaltje een receptie met koffie en een koek gehouden.

Half in de middag is men allemaal op de fiets gestapt om van Roosendaal naar Oudenbosch te gaan. Hier vertrok om 17.30 uur de trein voor het echtpaar dat naar Haarlem moest. Ook dat werd een lange reis omdat men niet over Moerdijk kon. De sporen stonden daar onder water en waren over een lang traject weggespoeld. Via Breda, ‘s-Hertogenbosch en Utrecht waren ze om 23.30 uur terug in Haarlem.

Vader Kannekens is later ook in Roosendaal getrouwd.

 

Overgenomen uit het boek: “Een Herinnering” waar nog veel meer verhalen in staan. Heeft u interesse dit boek is nog steeds te verkrijgen bij onze Watersnoodwoning.